Programma lezingendag Geluid van Windturbines
Datum: Woensdag 29 oktober 2025 / Locatie: Eenhoorn Meeting Center, Amersfoort / Organisatie: Reinier en Bert.
Op 29 oktober organiseert het NAG een lezingendag over het geluid van windturbines in het Eenhoorn Meeting Center, Amersfoort. Tijdens deze dag komen zeven experts uit wetenschap, advies en praktijk aan het woord over diverse onderwerpen in dit domein. Aan het begin van de dag geven de sprekers eerst een algemene introductie waarin de basisbeginselen van windturbines en de ontstaansmechanismen van het geluid worden uitgelegd. Ook voor geïnteresseerden die minder goed zijn ingevoerd zal de dag daarmee goed te volgen zijn.
Dagprogramma:
- 10:00 Inloop met koffie en thee
- 10:30 Introductie windturbinegeluid – Frits van den Berg (Mundonovo sound research) & Mike Dijkstra (LBP|Sight)
- 10:50 Hoe ervaren omwonenden het geluid van windturbines? Het resultaat van een twee jaar durend onderzoek – Erik Koppen (Arcadis)
- 11:25 Geluidsvermogens van windturbines op land – Frits van den Berg (Mundonovo sound research)
- 12:00 Lunch
- 13:00 Langdurige metingen van laagfrequent geluid bij een groot windpark – Mike Dijkstra (LBP|SIGHT)
- 13:35 Vergelijking van smalbandige spectrale analyse en tertsbandanalyse voor detecteren van tonaal geluid bij windturbines – Jaap Boon (Arcadis)
- 14:10 Onderwatergeluid en windenergie op de Noordzee – Niels Kinneging (Rijkswaterstaat)
- 14:45 Pauze
- 15:15 Reductie van de dominante geluidsbron voor windturbines door middel van permeabele rotorblad extensies – Friso Hartog (MuTech)
- 15:40 Windturbines zonder Lawaai: Innovatieve Simulaties voor Geluidsreductie – Wouter van der Velden (Dassault Systèmes)
- 16:15 Plenaire afsluiting
- 16:30 Borrel
- 17:30 Sluiting
Abstracts lezingen
Introductie windturbinegeluid – Frits van den Berg (Mundonovo sound research) en Mike Dijkstra (LBP|Sight):
In deze algemene introductie worden de basisbegrippen uitgelegd die van belang zijn bij windturbines, en welke verschillende typen windturbines er zijn. De belangrijkste ontstaansmechanismen van windturbinegeluid komen aan bod: aerodynamisch, mechanisch en elektrisch. Er wordt uitgelegd hoe de Lden bepaald wordt, rekening houdend met gemiddelde meteogegevens, en de meetmethode voor bepaling van de bronsterkte komt aan bod.
Met de basiskennis uit deze introductie wordt het publiek goed voorbereid op een interessante lezingendag. Ook toehoorders die minder bekend zijn met het onderwerp zullen op deze manier de dag goed kunnen volgen.
Hoe ervaren omwonenden het geluid van windturbines? Het resultaat van een twee jaar durend onderzoek – Erik Koppen (Arcadis):
Omwonenden maken zich bij de ontwikkeling van windparken vaak zorgen over geluidsoverlast door windturbines. Maar hoe ervaren omwonenden een windpark nou echt? Is dit bij ieder park hetzelfde of zijn er verschillen? Welke factoren spelen hierbij een rol? En wat kunnen we daarvan leren? Om hier inzicht in te krijgen is bij meerdere windprojecten de interactieve app geluidsverwachting.nl ingezet. Hiermee konden bewoners eenvoudig hun ervaring met het geluid van de windturbines delen.
Eén project omvat 26 windturbines, verspreid over drie clusters langs een 26 kilometer lang traject bij een drukke snelweg. Gedurende twee jaar konden bewoners op elk moment hun beleving van het geluid op een 7-puntsschaal aangeven.
De verzamelde gegevens geven waardevolle inzichten in de ervaren hinder en tonen interessante verschillen tussen de drie clusters. De resultaten laten zien dat factoren zoals afstand, windsnelheid en windrichting invloed hebben op de beleving. Ook blijken omgevingsgeluiden en het tijdstip van de dag een belangrijke rol te spelen.
Geluidsvermogens van windturbines op land – Frits van den Berg (Mundonovo sound research):
Tegenwoordige windturbines hebben elektrische vermogens tot meer dan 7 MW en tiphoogtes van 250 m. De geluidproductie vanaf 3 MW is gemiddeld toegenomen met ongeveer 1 dB per verdubbeling van het vermogen. Dat was bij windturbines < 2 MW meer: 3 dB per verdubbeling. De reden is vooral een geringere toename van de tipsnelheid. Individuele turbines kunnen overigens tot 4 dB van deze trend afwijken.
De spectrale samenstelling van windturbinegeluid is nauwelijks veranderd. Het hoorbare geluid ligt vooral in het frequentiegebied tussen ongeveer 250 en 2000 Hz. Vertandingen achter de wiek (‘uilenveren’) kunnen de geluidproductie bijna halveren (reductie 2.4 ± 0.5 dB); ze hebben geen effect op frequenties beneden 200 Hz. Door de tipsnelheid te verlagen (veranderen ‘noise mode’) kunnen grotere reducties worden verkregen waarbij de spectrale samenstelling niet verandert, maar het vermogen wel afneemt.
Deze analyse, uitgevoerd samen met Arcadis, van de ontwikkeling van de geluidproductie is gebaseerd op bijna 300 types uit (vooral) de WindPRO database. De gebruikte database bevat nauwelijks gegevens over tonaal geluid en geen over het ritmisch karakter (‘amplitude-modulatie’ of AM), die beide wel invloed hebben op de door omwonenden ervaren hinder.
Langdurige metingen van laagfrequent geluid bij een groot windpark – Mike Dijkstra (LBP|SIGHT):
Langdurige geluidmetingen zijn uitgevoerd bij een windpark bestaande uit 45 turbines met een ashoogte van 145 meter en een rotordiameter van 131 meter. De metingen zijn gedurende een periode van twee jaar uitgevoerd bij negen woningen. Deze periode bevat meerdere maanden waarin het windpark niet in bedrijf was, en meerdere maanden waarin het windpark vrijwel volledig operationeel was.
De analyse is uitgevoerd op basis van gegevens van drie opeenvolgende maanden in hetzelfde seizoen van verschillende jaren (zonder en met windpark). Door het verschil te analyseren, kunnen de geluidniveaus van de windturbines worden gescheiden van de omgevingsgeluidsniveaus. Dit is gedaan door de resultaten te vergelijken in de vorm van een histogram. Het doel van de metingen was het evalueren van laagfrequent geluid. Ook is de geluidemissie van enkele turbines gemeten volgens de IEC61400-11 methode om het geluidvermogensniveau te bepalen.
De resultaten tonen aan dat het laagfrequente geluid dat door de turbines wordt uitgezonden meetbaar is, en dat er een toename in het laagfrequente geluidniveau optreedt bij woningen in de nabijheid van het windpark. De niveaus liggen onder de richtlijnen voor laagfrequent geluid en komen grotendeels overeen met de verwachte waarden.
Vergelijking van smalbandige spectrale analyse en tertsbandanalyse voor detecteren van tonaal geluid bij windturbines – Jaap Boon (Arcadis):
Omwonenden van windturbines melden soms hinder door laagfrequent tonaal geluid. Smalbandige spectrale metingen zijn essentieel om de aanwezigheid en hoorbaarheid van tonen te bepalen, maar vereisen een hoge tijds- en frequentieresolutie en complexe analyse. Daarom worden regelmatig vereenvoudigde methoden gebruikt om mogelijke tonen in windturbinegeluid te beoordelen.
Voorbeelden hiervan zijn de internationale standaard ISO 1996-2 en de Amerikaanse standaard ASA/ANSI S12.9-2013. Deze standaarden beschrijven methoden op basis van tertsbandmetingen om tonaal geluid te beoordelen. Hoewel de standaarden geen exacte niveauverschillen voorschrijven voor het beoordelen van tonaal geluid, geven ze wel een richting aan.
De internationale standaarden voor smalbandanalyses zijn de IEC 61400-11 en ISO TS 20065. In dit onderzoek is tonaal geluid volgens deze standaarden beoordeeld en vergeleken met de resultaten van voornoemde vereenvoudigde methoden gebaseerd op tertsbanden. Inzicht in de relatie tussen tertsbandniveauverschillen en tonen die met smalbandige methoden zijn vastgesteld, biedt waardevolle informatie over de nauwkeurigheid en optimale toepassing van deze methoden.
Onderwatergeluid en windenergie op de Noordzee – Niels Kinneging (Rijkswaterstaat):
Onderwatergeluid is een apart vakgebied in de akoestische wetenschap en de onderlinge kennisuitwisseling is helaas beperkt. Uit onderzoek van onder andere Rijkswaterstaat blijkt echter dat wij mensen ook behoorlijk wat herrie maken onder water. Denk aan scheepvaartbewegingen, windparken en de aanleg ervan. En daar heeft het zeeleven last van. Onder water is het zicht beperkt en daarom is geluid voor zeedieren van levensbelang. Veel dieren in de Noordzee communiceren en navigeren via geluid. Ook gebruiken ze hun gehoor om voedsel te vinden. Wanneer deze natuurlijke geluiden verstoord worden door lawaai van schepen of industrie raken ze verdwaald, kunnen ze elkaar niet vinden en verhongeren ze.
De enorme ontwikkeling van windparken op zee zorgt voor veel lawaai. Het meeste lawaai rond windparken wordt veroorzaakt door de heiactiviteiten bij de aanleg, maar ook bij een operationeel windpark is er geluidverstoring door turbinegeluid en door de schepen die voor het onderhoud van de turbines zorgen.
In deze presentatie zal het onderwerp onderwatergeluid worden geïntroduceerd en wordt meer ingegaan op onderwatergeluid rond windparken op zee.
Reductie van de dominante geluidsbron voor windturbines door middel van permeabele rotorblad extensies – Friso Hartog (MuTech):De dominante geluidsbron van windturbines is de interactie van de turbulente grenslaag met de achterrand van het rotorblad. De huidige standaardoplossing, serrations (gekartelde achterranden), biedt beperkte ruimte voor verdere verbetering. Dit bemoeilijkt het terugdringen van geluid bij groei van onshore windenergie, en onderstreept de noodzaak voor nieuwe breedbandige geluidsreductietechnologieën, zoals het gebruik van permeabele materialen.
Dit werk omvat windtunneltesten in de Poul la Cour Tunnel (PLCT) van de Technical University of Denmark (DTU). Verschillende permeabele bladextensies, vervaardigd via 3D-printen, zijn getest op een FFA W3-211 profiel (900 mm) met een 84-microfoon array. De prestaties zijn vergeleken met referentie-serrations. Bij typische operationele condities werd tot 15 dB SPL en 8 dB(A) O(A)SPL gereduceerd ten opzichte van een onbehandeld blad, en tot 3 dB(A) extra ten opzichte van serrations. Daarnaast worden schaalwetten gepresenteerd die ontwerp op maat mogelijk maken voor verschillende bladvormen en operationele condities.
De resultaten tonen aan dat permeabele bladextensies robuuste prestaties leveren onder realistische omstandigheden. Daarmee vormen ze een veelbelovende volgende stap in geluidsreductie voor windturbines, en kunnen ze bijdragen aan verdere uitrol van wind op land.
Windturbines zonder Lawaai: Innovatieve Simulaties voor Geluidsreductie – Wouter van der Velden (Dassault Systèmes):
Windturbines worden steeds groter en krachtiger. Dit zorgt echter ook voor een groeiende uitdaging om het geluid te beperken. Dit onderzoek presenteert een geavanceerd simulatieplatform dat het mogelijk maakt om zowel aerodynamisch (breedbandig) als mechanisch (tonaal) geluid van windturbines met nauwkeurigheid te voorspellen.
Door geoptimaliseerde bladvormen en modellering van trillingspaden binnen de turbine ondersteunt het platform de ontwikkeling van effectieve geluidreducerende maatregelen. Deze aanpak maakt stillere windparken mogelijk, bevordert naleving van geluidsnormen en stimuleert de verdere duurzame groei van windenergie.
Praktische informatie:
Deelname aan deze bijeenkomst is vrij voor leden van het NAG. Voor niet‐leden zijn de kosten € 80,‐. Voor dit bedrag kunt u ook lid worden van het NAG voor het lopende kalenderjaar. Aanmelden is in alle gevallen vereist en kan hier.